met de juiste materialen ook linkshandig goed kunnen schrijven
 
over linkshandigheid
  • -Bezoek de officiele linkshandigen winkel.
    -Download de speciale schrijfoefeningen in PDF

  • Over linkshandigheid:

    De meeste mensen zijn rechtshandig. Slechts 10% tot 15% van de mensen is linkshandig. Linkshandig zijn houdt in dat deze mensen de linker hand als voorkeurshand gebruiken. Schrijven, knippen en snijden doen linkshandigen dus met hun linkerhand.

    Doordat het grootste deel van de bevolking rechtshandig is, is de samenleving ingericht op rechtshandigen. In het verleden dacht men dat linkshandigheid een afwijking was. Men was zo bijgelovig dat men dacht dat de linkerhand de hand van de duivel was.

    Linkshandigheid stond in het verleden dan ook in een kwaad daglicht. Men vond linkshandigen erg onhandig. Dit blijkt ook uit het gezegde: 'twee linker handen hebben'. Uit studies uit het verleden zou zijn gebleken dat linkshandigen eerder sterven en meer auto-ongelukken zouden veroorzaken. Veel ouderen zullen nog hebben meegemaakt dat linkshandigheid op school niet werd geaccepteerd. Kinderen die met links wilden schrijven kregen klappen of moesten een jaar over doen. Linkshandige kinderen werden hier, vanzelfsprekend, heel onzeker van.


  • Ambidextrie:

    Mensen die geen specifieke voorkeurshand hebben worden ambidext genoemd. Deze mensen kunnen de meeste handelingen zowel met hun linker- als rechterhand goed uitvoeren. Sommige mensen zijn van nature ambidext, andere mensen zijn gedwongen ambidext geworden. Deze laatste groep mensen waren van nature linkshandig, maar zijn bijvoorbeeld op school gedwongen om rechtshandig te werken. Dit resulteerde in tweehandigheid, ambidextrie.


  • Rechtshandige maatschappij:

    Zoals gezegd is de huidige maatschappij ingericht op rechtshandige mensen. Bij de bouw van kastelen in de Middeleeuwen zou daar, volgens sommigen, al rekening mee zijn gehouden. De trappen in kastelen zijn veelal wenteltrappen. Wanneer een trap met de klok mee omhoog draait bevindt het middelpunt van de trap zich rechts. Een aanvaller die het kasteel wil bestormen zal op de trap omhoog moeten vechten. Hij is daarbij in het nadeel omdat hij last heeft van de draaiing van de trap. De verdedigende partij is in het voordeel doordat zij van boven vrij met het zwaard in de rechter hand konden vechten.
    Dit verhaal zou daarmee ook kunnen verklaren waarom slechts een klein percentage der huidige bevolking linkshandig is. Linkshandige aanvallers zouden in de Middeleeuwen namelijk voorop zijn gestuurd omdat zij geen nadeel hadden van het draaien van de trap. Hierbij zouden veel linkshandige ridders zijn gesneuveld. Linkshandigheid is namelijk deels genetisch bepaald.

    Wanneer je goed naar klassieke en hedendaagse schoolgebouwen kijkt blijkt dat ook klaslokalen op rechtshandigheid zijn ingericht. Wanneer je in een klaslokaal staat en je kijkt naar het schoolbord bevinden de ramen zich in de meeste gevallen zich aan de linkerkant. Dit is geen toeval. Doordat de ramen zich links van de kinderen bevinden schijnt het daglicht goed op het papier.


  • Voor- en nadelen:

    Linkshandigheid lijkt vooral nadelen te hebben. Denk maar eens aan knippen, snijden van brood, het openen van een blik of het slijpen van een punt aan een potlood. De schaar, de blikopener, het mes en de puntenslijper zijn allemaal voor rechtshandigen ontworpen. Hierdoor wordt een linkshandige dagelijks geconfronteerd met zijn linkshandigheid.

    Linkshandig zijn heeft echter ook grote voordelen. Bij linkshandigen is de rechter hersenhelft beter ontwikkelt. In de rechter hersenhelft huist ook de creativiteit. Over het algemeen zijn linkshandigen dus creatiever dan rechtshandigen. Ook bij veel sporten hebben linkshandigen voordeel van hun linkshandigheid. Met name bij contactsporten als schermen en boksen zijn linkshandigen in het voordeel. De veelal rechtshandige tegenstanders zijn gewend om tegen rechtshandigen te strijden.
    Hiervan kan de linkshandige goed profiteren.


  • Erfelijkheid:

    Linkshandigheid is -als gezegd- voor een deel genetisch bepaald. Wanneer beide ouders linkshandig zijn heeft een kind een kans van 50% tot 60% om ook linkshandigheid te ontwikkelen. Men denkt dat linkshandigheid zich al in de baarmoeder ontwikkelt.
    Bij de geboorte is al enigszins te zien of het kind rechts- of linkshandig zal worden. Zo heeft men pasgeborenen gedurende 24 uur gefilmd om na te gaan naar welke kant deze bij voorkeur kijken. De kant waarnaar het kind zijn hoofdje het vaakst draait, zal waarschijnlijk de predominante (overheersende, dominante) kant worden.

    De voorkeur voor een specifieke hand ontwikkelt zich verder gedurende de ontwikkeling van het kind, wanneer het kind zijn motoriek ontwikkelt door naar dingen te grijpen. Na 18 maanden kan de voorkeurshand nog duidelijker zichtbaar worden. Het kind heeft dan vaak al een voorkeur ontwikkelt bij het tekenen, spelen en pakken.

    Het is echter pas na een leeftijd van circa 6 jaar met zekerheid te zeggen welke hand de voorkeurshand van het kind is. Tot die tijd kan het zijn dat het kind wisselt van voorkeurshand.


  • Bron: http://aladin.bibliotheek.nl/
    Hoe komt het dat de meeste mensen rechtshandig zijn en waarom de minderheid linkshandig?
    Men boog zich al lang geleden over de vraag waardoor de suprematie van de rechterhand (ongeveer 90% van de menselijke populatie heeft een duidelijke voorkeur voor het gebruik van de rechterhand) veroorzaakt werd. In de loop der tijd is er een verscheidenheid aan verklaringen gegeven. Deze verklaringen zijn grofweg in drie categorieën te verdelen.
    Sociaal-psychologische of evolutionistische theorieën J. Jackson (1905) stelt dat de voorkeur voor de linker- of de rechterhand enkel en alleen het gevolg is van gewoontevorming. Dus trainbaar. De in de vorige eeuw levende Italiaanse psychiater C. Lombroso beschouwde linkshandigheid als een teken van degeneratie en verwees naar het hogere percentage linkshandigen onder misdadigers en geestelijk gestoorden. Wat de evolutionistische theorieën betreft was lange tijd de “zwaard en schild”-verklaring populair. Kernpunt was de argumentatie dat een krijgsman die zijn schild met de linkerhand vasthoudt en daarmee dus zijn hart beschermt, een veel betere overlevingskans heeft dan de krijger die het omgekeerde doet. Door “natuurlijke selectie” zou de laatste categorie in de loop der evolutie drastisch in aantal gereduceerd zijn. Door een soortgelijk proces werd de rechterhand steeds bekwamer in het verrichten van allerlei manipulatieve handelingen. In Nederland is Mesker van mening dat de voorkeur voor de rechterhand stamt uit een van eeuwen en eeuwen her daterende magische beleving van rein en onrein, waarbij dit laatste met name gekoppeld werd aan de linkerhand.
    De meer anatomisch georiënteerde theorieën trachten links- dan wel rechtshandigheid te verklaren uit bepaalde anatomische symetrieën van het menselijk lichaam. In de negentiende eeuw vond lange tijd de theorie weerklank die rechts- respectievelijk linkshandigheid toeschreef aan een betere doorbloeding van één van de beide hersenhelften. Van recenter datum zijn de onderzoeken naar anatomische asymetrieën tussen beide hersenhelften, waarbij onder meer naar een verband gezocht wordt tussen verschillen in structuur enerzijds en handvoorkeur en taalfuncties anderzijds.
    De genetisch georiënteerde theorieën. Een derde verklaringsmodel levert theorieën die de genetische basis van links- dan wel rechtshandigheid veronderstellen. Deze vinden in wetenschappelijke kring de meeste aanhang, hoewel het nog verre van duidelijk is hoe de genetische krachten werkzaam zijn.
    Het raadsel van handvoorkeur bestaat al sinds mensenheugenis, en zal ook nog wel een hele tijd bestaan. Er moet nog veel onderzoek verricht worden voordat men echt weet waardoor rechtshandigheid, linkshandigheid en de scheve verhoudingen daartussen oorspronkelijk ontstonden, en wat ervoor zorgt dat elke nieuwe boreling een handvoorkeur ontwikkelt. De sleutel ligt onder de schedel, in de hersenen, maar de werking daarvan is nog grotendeels een raadsel. Een stukje van de chemie is bekend en het wordt beetje bij beetje duidelijk hoe de hersenen fysisch in elkaar zitten. Maar de stap van bouwstenen naar functies moet nog gemaakt worden. En daarmee blijft de oplossing van het raadsel voorlopig ver buiten bereik.
    Bronnen: A. Wassenaar De mythe van het linkshandige kind. Nijmegen, Dekker & Van de Vegt, 1983. Plaatsings-nummer 464. R. Smits De linkshandige picador. Amsterdam, Nijgh & Van Ditmar, 1993. Plaatsingsnummer 909.

Dag van de linkshandigen - 13 augustus